Over het ontstaan van Wildervank
Het 'Contract 16 juni 1647'
H.J. Top, schrijft in de 'Geschiedenis der Groninger Veenkoloniën, juli 1893, herdruk 1972 op, blz. 77-81 het onderstaande over het ontstaan van Wildervank. Het boek is als reader te lezen op play/google.com/books zoals aanwezig in de universiteitsbibliotheek van Leiden en het origineel is verkregen van een zekere Mr. G.W. Gannes uit Middelburg. Het boek is in 1893 uitgegeven bij E.E.A. Mulder uit Veendam en is opgedragen aan 'Mijne Moeder'. Het werk heeft voordien als feuilleton in de Veendammer Courant gestaan. Naar aanleding van de gegevens uit dit werk kunnen we stellen dat het hieronder volgend verkoopcontract van 16 juli 1647 berust op de werkelijkheid en is opgetekend uit stukken afkomstig uit de archieven. Aldus is hierbij het 'allereerste begin van Wildervan(c)k weergegeven. De stichting van Wildervank kan dan ook teruggebracht worden tot 16 juni 1647, omdat een eerder document niet bekend is (HH).
Inleidende tekst van H.J. Top (1893) "Thans zullen wij het werk van den aanleg van Veendam en Wildervank meer in bijzonderheden nagaan. Bij zijn bezoek aan de veenstreek van Muntendam vernam Wildervank, dat deze behoorde tot het Kerspel Zuidbroek. Daar hij dezen grond voor zijne plannen geschikt achtte, deed hij weldra pogingen om hem in gebruik te kunnen nemen. Op zijn verzoek kwamen de eigenerfden en volmachten van Zuidbroek, bijeen om te oordeelen, of zij hem een deel der venen in erfpacht wilden afstaan. Wildervank verlangde, dat daarbij hoofdzakelijk dezelfde yoorwaarden vastgesteld zouden worden, als vervat waren in de conditiën voor de veenverhuring te Sappemcer, door ons in 't vorig hoofdstuk medegedeeld. Beide partijen werden het weldra eens over den handel en nadat Wildervank op het veen aanwijs had gedaan, welk gedeelte hij in gebruik wilde nemen, werd daarvoor den 16den Juni 1647 een contract geteekend. Wij laten 't hier volgen, zooals 't in het oorspronkelijk handschrift is opgesteld.
Bij dit stuk, dat wij belangrijk genoeg achten om 't hier geheel op te nemen, was nog een verklaring gevoegd van Wildervank en zijne echtgenoote, waarbij deze beloofden hunne rechten te zullen handhaven en, zoo de tegenstand van sommige leden des kerspelt hun te machtig werd, afstand te doen van het verpachte op voorwaarden, die reeds vroeger bepaald waren.
De tekst van het contract, 16 juli 1647 "Henricus Siso, Pastor tho Suidbroek, Ayto Aeylckens en Hermen Sticker, Kerkvogden, doen kundt ende betuygen dat persoenlyck gecompariert en erschenen sinnen onderschreven Volmagt, eigen arveden ende ingesetenen des Caspels Suidbroek, bestunden en bekanden over haer en haeren arfgenamen na bestendiger maniere van Verpachtinge stede en onweederroepelijken verpachtet op en overgedragen te hebben, doende 't zelve door kracht van desen an den Erbn. Adrian Geerts Paap, Grietien Adrians zijn huisvrouw en haeren erfgenamen al zodanige Veenen liggende boven Muntendam zo voele ofte weinich, grodtt ofte kleen als het Caspell aldaar eenichsins sall konnen verdedigen, Ende zulx op Conditiën en manieren naebeschreven:
Eerstelijk sall Adrian Geerts Paap obgl. in disse bovengeschreven veenen een goedt en wel geformiert diep moeten graven en opbrengen synde an die bovenste kant ter wyte van dertich holt voeten, ende onder op den bodem eenentwintich voeten ende het selve mit sijn behoerlyke wallen en een goede wagen wech well versien mits datt het selve diep Jaerlijx mit vijftich voeten ofte meerder so doenlijk bij poena van hondert daeler tot discretie des Caspels, so well hett diep als de wycken sall worden verlangett, welck Diep ten naesten bij sall strecken recht Suidwartt an, waer in gelecht sullen worden sijn behoerlycke wycken ieder wytt sestien voeten, jegelyk soo veer van malkanderen als hett Caspel sall gelieven an te wysen.
Ende dieselve in behoerlyke heerden en plaetsen verdielen, waarvan Pachteren genieten sullen an jeder zijdt van het diep tyn roeden vry veen en an de wycken vier roeden, sonder ieets daarvan an 't Caspell te betaelen, Ende alle het geene verders boven drie vrye roetallen an het diep en wycken gegraven mochte worden daarvan sall het Caspell tot haar profytt hebben te genieten van die swarte torf die vierde en van die griemanck de seste. Verners alle verlaten zoo in voorschr. diep moeten worden gelecht, dieselve sullen tott last van Pachteren alhiell staen enkoomen, sonder datt hett Caspell daarvan eenige kosten ofte swarigheeden sal hebben te gevoelen.
Angaande die üthgegraven ofte ühtgemoorde Veenen sullen pachteren voergeschreven tydelyx tot bruickbaar land toe maeken, en dat selve acht vrye Jaeren gebruiken ende nae die acht vrye jaeren geduirende noch andere acht jaeren daar voer Jaerlyx voer ieder deimat te huyre geven een Car. gulden. Ende naer ommekumst der selver acht jaeren in die huyre moegen verhoegett worden, andere Veenlanden gelyck tott discretie van Verpachteren, Sonder besperinge van Pachteren oder den haren; Edoch sullen pachteren ende hare tott de huiringe der voorschrn. Landen naest en best gerechtigett wesen. Ook sall die pachter giene Veenen ofte plaetsen buiten des Caspels consent en approbatie verhandelen, Ende hett geene verhandelt wordt daarvan sall het Caspell hebben te genieten den twintichsten penninck en sulx zo vaken hett selve verhandeld word, so wel van de behuisinge als die huisplaetsen. Daarenboven sullen Pachteren oder hare nakomelingen an hett Caspell Jaerlyx betalen ter summa van Honder daler ad dertich brab. St. jeder daler geaestimiert, waarvan het eerste jaar huir sal worden betaalt op dage May Anno 1648.
Wyders is geconditioneert datt die Veenen ten westen hett diep van Pachteren ofte haare nakomelingen onbeheerschett sullen blyven, hett geene boven die bedongen vrye roetallen bevonden mach worden 't welck die Gemiente tot profytt des Caspels hares gevallen sall moegen verhuiren ofte verhandelen, ende die torf zo hett Caspell ofte Emant harent wegen op hett selve veen mochten graven, sall een vrije overdrift an het diep mogen hebben over die vrye roetallen sonder Eenige besperinge van pachteren ofte harent wegen, daar en boven sullen verpachteren een vrije plaats hebben umb des Caspels torf te mogen in kloten te setten en op te slaan. Ende ook een vrye üthvaertt langs het diep mit des Caspels torf hebben te genieten, sonder daarvoer eenige verlaetgelden ofte andere ongelden te betalen.
Daar en boven sullen Pachteren oder hare arfgenamen geholden wesen uth hett voorschr. diep noch een ander diep te graven naer anwijsinge des Caspells, strekkende uth het voorschr. diep ten oosten van gelycke diepte ende wijte als het voerige, en daarin behoerlycke wycken en verlaten maken tot aanwysinge des Caspells.
Ende voortz daarvan genieten en het selve maken als van het voerige is verhaald:
Ende dan voerts van voergeschr. beide diepen alle lasten en swaerigheden so daarop gelecht moegen worden mede alleene dragen en tot syn last nemen. Welke voergenoembte Pachteren annemen het voern' veen daetlycken anveerden en indien Pachteren eeniger maeten onwillick ofte nalatick mochten worden bevonden, umb Eenige der voergeschr. poincten en Conditiën te achtervolgen, ofte ook die belovede penningen niett op behoerlycke tijdt mochte op brengen en betaelen, sulen pachteren oder die haren gien recht van pachtinge an deselve Veenen hebben, en sall hett Caspell gerechtigett wesen in sulken gevallen diesulvige Veenen daetlycken wederom antasten en hares gevallens disponieren, mit renunciatie aller beneficiën, exceptiën en privilegiën, rechtens so pachteren hyr tegens mochten te stade komen. Insgelycken beloeven verpachteren dese bovengeschreven Conditiën vrywilich en veerdich te achtervolgen onder submissie van rechte daartoe staande.
Verners is mede geconditioneert datt die quaestiën en differenten so boven vermoeden tusschen contrahenten mochten komen te ontstaan sullen staan tot decisie des Zijlvestes van Termunterzijl; In oirkunde der Waerheid en tot Vestenisse deses hebben beiderszyts Contrahenten, neffens twie getuigen mit namen d' E. Geert Jochums en Hermannus Clementis desen mit eigener handen ondertieckent, en sullen hyr van twie alleens luidende versegelingen worden gemaektt. Actum den 16 Juny 1647.
(Was Onderteikent):
Adrian Geerts Paep
Ebell Eppens, Volmacht
Opmerking: De oude schijfwijze is gehandhaafd. |
||||||||||||
|